Er is een grote
norse neger in mij neergedaald
die van binnen
dingen doet die niemand ziet
ook ik niet want
donker is het daar en zwart
De eerste regels van dit gedicht van Lucebert ben ik
sinds de middelbare school niet meer vergeten. Na de vijfde chemokuur is de
grote norse neger uit het gedicht ook in mij neergedaald. Op geen enkele manier
is deze neger een uitdrukking van racisme. Deze indringer en ik zijn in alles
elkaars uitersten en mede daarom heb ik de grootste moeite met hem. Ik zie
niets van mijzelf terug in deze logé en ik kon de afgelopen tijd niet wachten
tot hij weer vertrok. De deur op slot doen had weinig zin, ik nam hem overal
mee naar toe. De uitdrukking ‘uitersten trekken elkaar aan’ ging in dit geval
niet op, een vriendschap zit er niet in, maar sinds ik zijn aanwezigheid heb
geaccepteerd gaat hij ook af en toe de deur uit.
Hij zat sinds begin oktober in al mijn ledematen, alles
in mij maakte hij moe, elke vezel. Hondsberoerd eveneens. Ik wilde liever de
deur niet meer uit toen hij ook nog eens mijn wimpers en het merendeel van mijn
wenkbrauwen had weggenomen. Niet dat ik voorheen nu er op los smeerde met
mascara, zo ijdel ben ik nooit geweest, het maakt me alleen zo
uitdrukkingsloos. Waar ik eerst nog door kon voor een jonge vrouw met een
hoofddoek is nu uit alle starende blikken af te lezen dat ik een jonge vrouw
met kanker en een hoofddoek ben. Zonder wimpers en wenkbrauwen is de
uitdrukking ‘ik voel me erg ongemakkelijk dat u zo staart’ niet goed te zien,
denk ik. Mijn logé is ook nog eens erg zwaarlijvig en zorgt ervoor dat ik van
de kleinste inspanning sta te hijgen alsof ik net de marathon heb gerend.
In de spiegel zag ik niet mijzelf, ik herken weinig en ik
ben langzaam aan het vergeten hoe ik er een half jaar geleden uitzag. Mijn
spiegelbeeld is jong, het is alleen alsof ik een masker draag van een stokoude
ziel. Dat masker maakt me soms zwaarmoedig en hoewel ik niet alleen ben, voelde
ik me soms enorm alleen. Het is niet in woorden te vatten hoe ellendig en
machteloos ik me soms voel en ik wilde dan ook even niet meer praten. Donker en zwart was het van binnen en
na de laatste chemokuur werd het dat helaas ook daarbuiten. Een gevoel van
opluchting heeft wat langer nodig zich te nestelen. Een laatste chemokuur
brengt de wetenschap met zich mee dat je voorlopig niet meer hoeft. Exact is
die wetenschap alleen niet omdat het afhankelijk is van alle onderzoeken die
daarna nog zullen volgen. Wat je wel zeker weet is dat je weer ziek zult zijn,
wat ik gelukkig niet wist was dat deze kuur me een genadeklap zou toedienen.
Dat was op 22 oktober.
De weken erna zeulde ik mijn logé bijna dagelijks mee naar
het ziekenhuis, voordat mijn operatie op 22 november plaats kon vinden moesten
er nog heel wat onderzocht worden. Lacherig zei ik nog als iemand vroeg hoe het
ging dat ik me een vergiet voelde, zo lek geprikt. Door mijn harde aderen van
de chemo bleek ook dit steeds lastiger en ik had menig verpleegkundige een
goede tik willen verkopen. Het is dat ze allemaal zo aardig zijn en ik over het
algemeen erg beleefd. Even nog leek het ernaar dat de operatie niet door kon
gaan omdat mijn bloedbeeld te wensen overliet en er niets anders op zat dan af
te wachten of alles zich, op tijd, redelijk zou herstellen…
22 november om 07:30. Ik lig hier in een weinig flatteus
blauw met geel ziekenhuishemd in een kamer voor mij alleen. Ik heb zelfs mijn
eigen badkamer en een hyacint. De badkamer is schoon, de hyacint stinkt en
staat naar mijn idee mooier op de gang. Gisteren al zou de tumor worden
aangeprikt met radioactieve vloeistof zodat er een nucleaire scan kan worden
gemaakt om te zien welk gedeelte de chirurg nog weg moest snijden en waar mijn schildwacht(en)
zich bevinden. Helaas is dat niet gelukt omdat het klipje dat zo’n half jaar
geleden is geplaatst niet terug is te vinden met een echo. Dat komt door mijn
mooie jonge weefsel, dat leest als een tegenstrijdigheid en dat is het ook.
Vandaag zal dan ook op een andere manier de klip worden gelokaliseerd en de
vloeistof worden ingespoten. Achteraf ben ik blij dat ik van te voren niet wist
hoe dit zou gaan, want voor minder rennen mensen weg. Zonder enig gevoel van
schaamte geef ik toe, dat eigenlijk ook voor de eerste keer, de tranen over
mijn wangen liepen. Ook werd er naar het klipje toe een ‘draadje’ geplaatst.
Toen ik na ruim een uur weer recht op mocht zitten en dus mocht kijken heb ik
gevraagd of ik er ook 3fm mee kon ontvangen. Geen draadje, maar een antenne die
uit mijn lijf stak. Na nog wat scans en terug op de afdeling werd ik al snel
opgehaald om naar de ok te gaan en voelde ik me voor het eerst sinds lange tijd
opgelucht. Daar was het dan, een gevoel van opluchting.
Na al die maanden wordt eindelijk die rotzooi weggesneden,
alles wat nu nog zich in de rest van mijn lijf kan nestelen wordt verwijderd.
Ik ben ontzettend rustig en helemaal niet bang voor de pijn, pijn gaat over,
pijn vergeet je. Mijn logé lijkt met grote haast vertrokken. Lachend ga ik de
narcose in en zo’n 3 uur later word ik wakker door een verschrikkelijke slechte
en valse klaagzang van een van mijn mede patiënten op de uitslaap afdeling. De
twee ronde zit erop en ik heb, met daarin de hoofdrol weggelegd voor mijn
chirurg, in de ok mijn kanker hopelijk ko geslagen. De wonden zullen nog een
lange tijd nodig hebben om te helen, maar deze oorlog met mijn eigen lijf zit
er tot zover op en nu kunnen de vreedzame onderhandelingen starten over een
kleine maand in de vorm van bestralingen en al dat daarna volgt. Dit is mits
mijn verwijderde schildwachten aanstaande vrijdag schoon blijken te zijn en er
dus geen verdere uitzaaiingen in mijn lijf kunnen zitten. Daar vertrouw ik op,
maar duimen jullie alsjeblieft nog even mee?
Ps. Lieve mensen die langs zijn geweest in het
ziekenhuis, na een foto van mezelf te hebben terug gezien begrijp ik als geen
ander dat jullie je rot zijn geschrokken. Ik moest nog zeggen van de chirurg
dat ik door de radioactieve vloeistof wat geel/groen/blauw uit kon slaan. Ik
hoop dat het enige geruststelling biedt
dat ik inmiddels weer dezelfde bleekscheet ben als ervoor.
Goed nieuws:
Steeds meer mensen weigeren ongelukkig te zijn (Loesje)