dinsdag 27 november 2012

blij-ei


In het blad LINDA. wordt een bladzijde besteed aan het forum ‘stom!’. Elke maand mag dan een bekende, mij vaak onbekende, Nederlander typen wat hij of zij stom vindt en tot overmaat van ramp krijgt hij of zij dan ook nog het privilege om het stokje door te geven aan een andere bekende of minder bekende Nederlander. De maand erop kun je dan, dat is een keuze, de ergernissen van de volgende lezen. Nu is het natuurlijk heerlijk om af en toe eens lekker te zeiken, maar inmiddels weet ik dat je zelf het meeste last hebt van je eigen ergernissen. Niet bevorderend voor de gemoedstoestand lijkt me zo en al helemaal niet als je je af en toe voelt zoals ik. Ik start bij deze dan ook een tegenoffensief en ik pleur een hele hoop stokkies de wereld in daarna, als je een minder goede of een ronduit slechte dag hebt, neem dan even de tijd om een bladzijde te vullen met dingen die je leuk vindt. Ik begin wel.

leuk! (hier moet dan eigenlijk een foto staan van mijzelf…nu even niet)

                        Mijn kop koffie meenemen onder de douche ’s ochtends

Mijn hand in een zak met pitjes, rijst, macaroni, nootjes of wat dan ook voor handen is steken

            Muziek luisteren en zonder schaamte keihard en vals meezingen

                                                Vol overgave gek dansen buiten de maat

Wally zoeken

            Stoppeltjes boven op je hoofd voelen

                        Tante Venna zijn

                                                                        Kneuterig high-tea-en met mijn vriendinnen

            Wijn, eten, gezelligheid, praten, huilen, lachen met mensen die me lief zijn

Mijn vader die al lacht voordat zijn grap af is

De ergernis op mijn moeders gezicht als ik mijn zoveelste yatzee gooi en op de stoel ga staan ervoor

                                                                                                Wally vinden

Sjaak die zo enorm is dat hij eigenlijk maar net door het kattenluikje past en snurkt

            Een schoon welriekend dekbed

                                                Woordkots

Een kind dat wordt gevraagd bij de intocht van Sinterklaas of hij zwarte piet is en zegt: ‘Nee, ik ben een kind’.

            Boven aan de trap nog weten wat ik beneden al had bedacht

            Het woord ‘humongous’
Op tijd zijn met een artikel vinden dat ik wil lezen op het toilet
--------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
 

IK BEN EEN GELUKKELING (loesje)


Er is een grote norse neger in mij neergedaald

die van binnen dingen doet die niemand ziet

ook ik niet want donker is het daar en zwart

De eerste regels van dit gedicht van Lucebert ben ik sinds de middelbare school niet meer vergeten. Na de vijfde chemokuur is de grote norse neger uit het gedicht ook in mij neergedaald. Op geen enkele manier is deze neger een uitdrukking van racisme. Deze indringer en ik zijn in alles elkaars uitersten en mede daarom heb ik de grootste moeite met hem. Ik zie niets van mijzelf terug in deze logé en ik kon de afgelopen tijd niet wachten tot hij weer vertrok. De deur op slot doen had weinig zin, ik nam hem overal mee naar toe. De uitdrukking ‘uitersten trekken elkaar aan’ ging in dit geval niet op, een vriendschap zit er niet in, maar sinds ik zijn aanwezigheid heb geaccepteerd gaat hij ook af en toe de deur uit.

Hij zat sinds begin oktober in al mijn ledematen, alles in mij maakte hij moe, elke vezel. Hondsberoerd eveneens. Ik wilde liever de deur niet meer uit toen hij ook nog eens mijn wimpers en het merendeel van mijn wenkbrauwen had weggenomen. Niet dat ik voorheen nu er op los smeerde met mascara, zo ijdel ben ik nooit geweest, het maakt me alleen zo uitdrukkingsloos. Waar ik eerst nog door kon voor een jonge vrouw met een hoofddoek is nu uit alle starende blikken af te lezen dat ik een jonge vrouw met kanker en een hoofddoek ben. Zonder wimpers en wenkbrauwen is de uitdrukking ‘ik voel me erg ongemakkelijk dat u zo staart’ niet goed te zien, denk ik. Mijn logé is ook nog eens erg zwaarlijvig en zorgt ervoor dat ik van de kleinste inspanning sta te hijgen alsof ik net de marathon heb gerend.

In de spiegel zag ik niet mijzelf, ik herken weinig en ik ben langzaam aan het vergeten hoe ik er een half jaar geleden uitzag. Mijn spiegelbeeld is jong, het is alleen alsof ik een masker draag van een stokoude ziel. Dat masker maakt me soms zwaarmoedig en hoewel ik niet alleen ben, voelde ik me soms enorm alleen. Het is niet in woorden te vatten hoe ellendig en machteloos ik me soms voel en ik wilde dan ook even niet meer praten. Donker en zwart was het van binnen en na de laatste chemokuur werd het dat helaas ook daarbuiten. Een gevoel van opluchting heeft wat langer nodig zich te nestelen. Een laatste chemokuur brengt de wetenschap met zich mee dat je voorlopig niet meer hoeft. Exact is die wetenschap alleen niet omdat het afhankelijk is van alle onderzoeken die daarna nog zullen volgen. Wat je wel zeker weet is dat je weer ziek zult zijn, wat ik gelukkig niet wist was dat deze kuur me een genadeklap zou toedienen. Dat was op 22 oktober.

De weken erna zeulde ik mijn logé bijna dagelijks mee naar het ziekenhuis, voordat mijn operatie op 22 november plaats kon vinden moesten er nog heel wat onderzocht worden. Lacherig zei ik nog als iemand vroeg hoe het ging dat ik me een vergiet voelde, zo lek geprikt. Door mijn harde aderen van de chemo bleek ook dit steeds lastiger en ik had menig verpleegkundige een goede tik willen verkopen. Het is dat ze allemaal zo aardig zijn en ik over het algemeen erg beleefd. Even nog leek het ernaar dat de operatie niet door kon gaan omdat mijn bloedbeeld te wensen overliet en er niets anders op zat dan af te wachten of alles zich, op tijd, redelijk zou herstellen…

22 november om 07:30. Ik lig hier in een weinig flatteus blauw met geel ziekenhuishemd in een kamer voor mij alleen. Ik heb zelfs mijn eigen badkamer en een hyacint. De badkamer is schoon, de hyacint stinkt en staat naar mijn idee mooier op de gang. Gisteren al zou de tumor worden aangeprikt met radioactieve vloeistof zodat er een nucleaire scan kan worden gemaakt om te zien welk gedeelte de chirurg nog weg moest snijden en waar mijn schildwacht(en) zich bevinden. Helaas is dat niet gelukt omdat het klipje dat zo’n half jaar geleden is geplaatst niet terug is te vinden met een echo. Dat komt door mijn mooie jonge weefsel, dat leest als een tegenstrijdigheid en dat is het ook. Vandaag zal dan ook op een andere manier de klip worden gelokaliseerd en de vloeistof worden ingespoten. Achteraf ben ik blij dat ik van te voren niet wist hoe dit zou gaan, want voor minder rennen mensen weg. Zonder enig gevoel van schaamte geef ik toe, dat eigenlijk ook voor de eerste keer, de tranen over mijn wangen liepen. Ook werd er naar het klipje toe een ‘draadje’ geplaatst. Toen ik na ruim een uur weer recht op mocht zitten en dus mocht kijken heb ik gevraagd of ik er ook 3fm mee kon ontvangen. Geen draadje, maar een antenne die uit mijn lijf stak. Na nog wat scans en terug op de afdeling werd ik al snel opgehaald om naar de ok te gaan en voelde ik me voor het eerst sinds lange tijd opgelucht. Daar was het dan, een gevoel van opluchting.

Na al die maanden wordt eindelijk die rotzooi weggesneden, alles wat nu nog zich in de rest van mijn lijf kan nestelen wordt verwijderd. Ik ben ontzettend rustig en helemaal niet bang voor de pijn, pijn gaat over, pijn vergeet je. Mijn logé lijkt met grote haast vertrokken. Lachend ga ik de narcose in en zo’n 3 uur later word ik wakker door een verschrikkelijke slechte en valse klaagzang van een van mijn mede patiënten op de uitslaap afdeling. De twee ronde zit erop en ik heb, met daarin de hoofdrol weggelegd voor mijn chirurg, in de ok mijn kanker hopelijk ko geslagen. De wonden zullen nog een lange tijd nodig hebben om te helen, maar deze oorlog met mijn eigen lijf zit er tot zover op en nu kunnen de vreedzame onderhandelingen starten over een kleine maand in de vorm van bestralingen en al dat daarna volgt. Dit is mits mijn verwijderde schildwachten aanstaande vrijdag schoon blijken te zijn en er dus geen verdere uitzaaiingen in mijn lijf kunnen zitten. Daar vertrouw ik op, maar duimen jullie alsjeblieft nog even mee?

Ps. Lieve mensen die langs zijn geweest in het ziekenhuis, na een foto van mezelf te hebben terug gezien begrijp ik als geen ander dat jullie je rot zijn geschrokken. Ik moest nog zeggen van de chirurg dat ik door de radioactieve vloeistof wat geel/groen/blauw uit kon slaan. Ik hoop dat  het enige geruststelling biedt dat ik inmiddels weer dezelfde bleekscheet ben als ervoor.   

Goed nieuws: Steeds meer mensen weigeren ongelukkig te zijn (Loesje)