woensdag 3 juli 2013

Met een stralende lach...


Het is een mooie dag vandaag, een dag die eigenlijk te laat komt, maar een dag waar ik ontzettend naar heb uitgekeken. En misschien komt nooit iets te laat en is alles gewoon net op tijd. En daarom goed, meer dan goed.
Na 383 dagen kan ik de verlossende woorden eindelijk op papier zetten en uitspreken: ik ben schoon. Ik ben gezond. Er zit geen kanker meer in mijn lijf. Eindelijk kan ik verder met een volgend hoofdstuk. Eindelijk wil ik weer schrijven. Het is zover!

Ik durf weer naar voren te kijken, er mogen plannen gemaakt worden. Aan strak plannen doe ik niet meer. Eigenlijk bevalt het me al een hele tijd prima, te doen wat er op mijn pad komt en waar ik me goed bij voel. ‘Wat als’, is compleet zinloos gebleken. Voor nu is het goed en morgen is er weer een andere dag, met andere ideeën, andere mensen, gewoon anders omdat het kan. Anders omdat het goed voelt en om niets anders.

Dit afgelopen jaar is als een soort waas aan me voorbij gegaan. Vaak heb ik gedacht dat ik het allemaal wel bevatte, dat ik begreep wat er gebeurde, dat ik het besefte. Beseffen is een vreemd iets, een zekere vorm van kunst waar een hoop talent en bovenal tijd voor nodig is. Ik weet nu beter. De afgelopen tijd heb ik me ontzettend naar gevoeld, eenzaam soms, vaak verward, bij vlagen bloed chagrijnig en zelfs neerslachtig. Onzekerheid is een vervelend gegeven, een feit waarmee we allemaal vroeg of laat geconfronteerd worden, maar zeker één waarmee je moet leren omgaan. Misschien heb ik het eerder genoemd maar de radioloog zei enige tijd geleden tegen mij ‘iedereen leeft in een soort naïeve zorgeloosheid, dat kun jij niet meer, daar moet je mee leren omgaan’. Ze heeft gelijk. Wat ik niet wil is van controle naar controle toeleven.  Een verkeerde cel mutatie is zo gepiept, wat vandaag goed is kan morgen anders zijn. Er nu van genieten, van het feit dat nu alles goed is, is het enige wat ik kan doen. Met wat er wel of niet komt leer ik op het moment dat het nodig is weer mee omgaan, dit is wat het is. Of zoals ik onlangs geleerd heb,  ze in Katwijk zeggen: ‘Tis iet aers’. Zo simpel als: ‘het is niet anders’. Wat een berusting de dingen te nemen en aan te gaan zoals ze komen als je ze niet bij machte bent ze te veranderen.
Onrust is wat de laatste tijd heeft overheerst. Teveel tegelijk willen, iedereen op de hoogte willen houden, dit verwerken, genieten, redelijk zorgeloos zijn, bedenken wat ik nu echt wil, ruimte maken voor verdriet, boos zijn, gelukkig worden, vertrouwen krijgen in mijn lijf, tevreden zijn met wat is. Al die hormoonremmers, spuiten en lymf drainages gaan je ook niet in de koude kleren zitten. Ik geloof dat ik begin met de acceptatie dat ik me even heb willen verstoppen en dat ik geloof dat ook nog vaker te zullen doen. Soms heb ik even tijd met mezelf nodig, zonder de wereld aan te gaan, de mensen, zonder te praten. Teveel prikkels maken me rusteloos en zijn vaak ook nog erg vermoeiend. Het was een hele klus toe te geven dat de uitwerking van de aanslag die op mijn lijf is gepleegd nog wat langer doorwerkt dan de datum in mijn agenda. Honderd dingen op een dag doen en misschien zelfs honderd-en-één is er gewoon even niet bij en het kan goed zijn dat ik de bewuste keuze maak om dat niet meer na te streven. Deze stuiterbal stuitert even wat minder en dat is goed.

Naast de vele dingen die ik nog niet weet, weet ik door deze afgelopen tijd een aantal dingen wel. Die ik op deze manier dan ook maar wat graag even deel. Niets is vanzelfsprekend. Een onvoorwaardelijkere liefde dan die van mijn ouders heb ik niet kunnen krijgen, wat zijn deze twee mensen mijn steun en toeverlaat geweest en zijn ze dat nog steeds. Niet alleen ben ik ze dankbaar voor de liefdevolle zorg in de meest barre tijden, maar ook voor de acceptatie dat ik ben wie ik ben en hoe ik met de dingen omga. Als ik zeg dat ik niet makkelijk ben, geef ik dan toe dat ik moeilijk ben? We hebben elkaar nog zoveel beter leren kennen, ik ben jullie nog zoveel meer gaan waarderen, dankjulliewel mag ik niet zeggen, maar dat ik van jullie houd volgens mij wel. Dat geldt minstens net zozeer voor mijn lieve zus, geweldige tantes en ooms, mijn bijzondere surrogaat-maar-oh-zo-echte opa en oma, mijn dierbare tweede ouders en fop zusje. Ouders van vrienden en vrienden die ik dit jaar nog zoveel beter heb mogen leren kennen. En op een heel bijzondere manier voor mijn lieve vriendinnen, mijn meissies, wat hebben jullie mij gedragen, wat voel ik me sterk door jullie. Wetende dat jullie mijn koppigheid en mijn ik-red-me-heus-wel-en-ik-kan-het-allemaal-wel soms vervloeken hoop ik ook dat jullie weten dat ik écht ook luister en bovenal me enorm rijk voel met jullie en alleen maar hoop dat ik net zo’n steun en toeverlaat voor jullie kan zijn als jullie voor mij. En ja, mijn beste vriendje, jij hoort voor deze keer ook even bij mijn ‘meissies’. Het is niet te bevatten hoeveel lieve mensen ik om me heen heb en ik kan jullie nooit genoeg bedanken, geweldige oud en nieuw-collega’s ook in het bijzonder. Ik hoop dat iedereen die mij een gedachte, een berichtje, een kaart, een hart onder de riem, of wat dan ook heeft gestuurd zich aangesproken voelt en weet dat ik mij een dankbaar en rijk mens voel. En dat is ook bedoeld voor de mensen die dit afgelopen jaar op mijn pad zijn gekomen…want soms brengt een lange bestemmingsloze reis je zoveel meer moois dan je had verwacht. Zo zit mijn chemo-maatje voor altijd in mijn hart, samen met haar man, ik hoop dat wij elkaar, al zit er nog zo lang soms tussen, blijven zien. Degene wiens hand ik heb geschud enkel en alleen door de bewustwording dat nu leven het enige is wat ik kan doen en die mij dichter bij mijzelf brengt, I started a joke my dear. De ongelooflijk bijzondere, lieve mamma-verpleegkundigen, artsen, oncoloog, radioloog en chirurg in beide ziekenhuizen, ik weet dat ik letterlijk alles aan jullie te danken heb, maar naast jullie kennis en kunde, hebben jullie allemaal door jullie warmte en genegenheid een diepe en onuitwisbare indruk op mij gemaakt.  Wat fijn dat ik jullie de komende jaren nog zo vaak zie, dit is niet cynisch bedoeld, heus niet.
Wat ik ook weet is dat ik een liefde heb gevonden in schrijven en dat ik nog veel meer wil schrijven dan ik heb gedaan. Daar wil ik tijd voor maken en daar ga ik andere dingen voor laten. Het hoeft geen doel te dienen. Nou ja, misschien een glimlach, een bewustwording, een fijne twijfel of een overdenking op zijn tijd. Als ik dat kan bewerkstelligen dan is dat fijn, heel fijn zelfs. Fijn is een mooi woord. Fijn en voilà qui est fait…

En oh ja, een p.s. hoe kan ik afsluiten zonder een Loesje en kan die stiekem nog toepasselijker J: ‘het universum lacht me toe

                De zon straalt mijn lach bij

En de wind blaast me de wereld in’