maandag 20 augustus 2012

Angst.....Praat mij niks aan....Voordat ik het gepast heb (Loesje)


Jaren geleden keek ik iedere week trouw het BNN-programma ‘Over mijn lijk’, in eerste instantie omdat Patrick helaas in deze serie zat, de Leidse schilder van de inspirerende en glimlach op ieders gezicht toverende ‘Happy Heads’. Het concept van het programma is vanuit een rationeel oogpunt simpel: 1 jaar lang worden vijf jonge, doodzieke mensen, allen met een verschillende vorm van kanker gevolgd. Ze zijn medisch gezien opgegeven en weten dit op het moment dat de camera’s draaien.



Meerdere van hen krijgen ten tijde van de opnames nog levensverlengende kuren, zo ook Emmy, zo onder de indruk ben ik zelden van iemand geweest en dat lijkt nu meer dan bizar. Emmy zat, tevens helaas, in de zelfde reeks uitzendingen als Patrick. 

Emmy haar grootste hobby was het leven op zich, dit heeft ze ergens gezegd en meerdere malen laten zien. Emmy hield van taal en deed in mijn ogen grootse en prachtige uitspraken, een origineel en creatief mens en  optimist in al haar ledematen. Emmy kon, zo bleek voor mij na het einde van het seizoen, ook geweldig schrijven, ze schreef columns in de VIVA. Emmy overleed aan een uitgezaaide vorm van borstkanker. Onbewust heb ik al toen, hoe vreemd dit nu ook mag weglezen, gedacht, ik moet dit in mij opslaan, er komt een dag dat ik diezelfde kracht  nodig heb.

En nu, niet zozeer omdat ik uitzaaiingen heb, want dat weet ik nog niet. Niet omdat ik ben opgegeven, want dat ben ik niet. Des te meer omdat ik haar positiviteit wil vasthouden, er bewust van wil zijn, het wil ervaren en er enkel van wil leren, met dat kleine stukje paniek en verdriet dat er ook mag en kan zijn. Jezelf voorhouden enkel sterk, strijdlustig en aanvallend te zijn is utopisch en werkt ergens een keer tegen je.

En zo keek ik zojuist de eerste aflevering van de nieuwe serie ‘Over mijn lijk’ uitzendingen, het grootste verschil met de laatste aflevering die ik bekeek iets meer dan een jaar geleden is tweeledig. Het eerste is dat de hinderlijke Yvonne (ook wel bekend van een zeker tv programma over zoeken, vrouwen en boeren) het tot mijn grote opluchting niet langer presenteert en mijn waardering voor Patrick Lodiers immer gegroeid is. Het tweede is dat ik nu zelf kanker heb en dat is toch een vreemde gewaarwording en een minder aangename dan Patrick Lodiers. Het voelt heel vreemd om naar deze vijf jonge mensen te kijken, waarvan er drie jonger zijn dan ik, naar hun verhalen te luisteren, het tot me door te laten dringen en toch eigenwijs te denken, maar bij mij is het anders. Een gedachte die bij hen duidelijk ook meerdere malen door hun hoofd is gegaan en die ze nu noodgedwongen moeten loslaten, hoewel dan niet altijd even goed lukt. Ja, ik mag van geluk spreken dat ik er op tijd bij ben en tegelijkertijd dat biedt ook geen enkele garantie voor de toekomst. Dat doet niets, ik leef nu, net als ieder ander.

De tranen die soms in  mijn ooghoeken tevoorschijn komen zijn voornamelijk tranen van onmacht. Ik baal dat ik veel dingen nu niet kan, wel wil, maar simpelweg niet mogelijk zijn. Boos omdat mijn lichaam me teleurstelt, niet in de steek laat, want mijn lijf doet heel hard zijn best dit met mij tegen te gaan. Dat moet blijken uit de scan die ik binnenkort krijg, maar ik voel dat het zo is. Net zo overtuigd als ik was dat de bult nu zo’n 3 maanden geleden niet goed was. Net zo overtuigd als ik ben dat dit niet al te grote lijf meer kan hebben dan ik zelf soms voor mogelijk houd.

Die tranen komen ook voort uit een misplaatste jaloezie naar de mensen om me heen. Misschien is hetgeen ik schrijf niet waar maar jaloezie is in mijn hoofd onlosmakelijk verbonden met misgunnen en ik misgun niemand iets. Ik realiseer me ten zeerste dat iedereen zijn eigen moeilijkheden heeft, problemen misschien en verdriet van het nu of het verleden, geheel zorgeloos is niemand. En toch als ik zie hoe zij genieten, lijken ze soms zo zorgeloos en dat ben ik nu even niet. Dat nu duurt niet voor altijd, alleen weet ik niet hoe lang die bezorgdheid nog duren gaat en ik weet niet hoe lang die onzekerheid over het nu en de toekomst nog duren zal. Dat is onmacht die zich vertaalt in verdriet op dit moment.

Op dit moment heb ik ook vandaag mijn derde chemokuur gehad en vroeg ik me met mijn arm in een warme emmer water af waarom mijn aderen toch altijd in protest zijn. Ze laten zich ook nooit eens makkelijk aanprikken, spijtig, omdat het enige waar ik niet dol op ben  prikken is (oh en clowns brrrrrrr) en al helemaal niet op infusen. Het bizarre aan angsten is dat je ze naarmate je ze vaker moet ondergaan (en ik ben de laatste maanden behoorlijk vaak geprikt) ze kleiner worden en minder beangstigend, niet minder pijnlijk helaas. Ik ben toch als het goed is op de helft van de chemokuren, uitzonderingen en tegenslagen daargelaten. De weg is nog lang, maar de eerste koek en zopie is bereikt, over een weekje een koud glaasje wijn om het te vieren.


Ik hoop het wel, dan staar ik zo lang als ik kan terug...

Geen opmerkingen:

Een reactie posten